INCONTROL PROTECT FAQS

InControl Protect bestaat uit de volgende verbonden elementen:

SOS-noodoproep: wanneer de airbags worden geactiveerd, of wanneer wordt gedetecteerd dat het voertuig overkop gegaan is, wordt automatisch een noodoproep verzonden. In deze gevallen wordt vanuit het voertuig automatisch een oproep naar de alarmcentrale verzonden, die de relevante hulpdiensten op weg sturen. Een handmatige SOS-noodoproep wordt gestart wanneer een passagier op de SOS-noodoproepknop aan de rechterzijde van de dakconsole drukt.

Optimised Land Rover Assistance: indien uw voertuig onverhoopt in panne valt, drukt u op de Optimised Land Rover Assistance-knop in de auto. De positie van uw voertuig wordt met behulp van satellieten nauwkeurig bepaald en samen met de voertuiggegevens verstuurd om zo weinig mogelijk tijd te verliezen. Een Optimised Land Rover Assistance-oproep kan ook gebeuren via de Remote Smartphone-app of bellen met Land Rover Assistance via een vaste telefoon. (Alleen bij oproepen via de Optimised Land Rover Assistance-knop wordt de GPS-locatie van het voertuig doorgegeven)

Smartphone-app: met de InControl Remote Smartphone-app kunt u vóór vertrek uw brandstofpeil en actieradius op afstand controleren. U kunt uw auto op een volle parkeerplaats terugvinden en controleren of u alle portieren en ruiten hebt gesloten. U kunt ook uw ritten downloaden voor het indienen van de aangifte van uw bedrijfskilometers.

Als u in een noodsituatie terechtkomt en hulpdiensten nodig hebt, opent u de klep rechts op de dakconsole door op die klep te drukken. Vervolgens houdt u de knop twee seconden ingedrukt om een noodoproep te plaatsen (de knop knippert dan oranje). De oproep is tot stand gebracht als een medewerker van het hulpteam antwoordt. De locatie van uw voertuig wordt automatisch naar het hulpteam verzonden die vervolgens de juiste hulpdienst naar u toestuurt. Na afloop van de oproep wordt de knop weer rood. De klep moet na de oproep worden gesloten. LET OP: bij een botsing of als de airbags van het voertuig zijn geactiveerd, wordt er automatisch een SOS-noodoproep geplaatst.

Er wordt automatisch een SOS-noodoproep geplaatst als de airbags zijn geactiveerd of bij een botsing. In deze gevallen wordt er automatisch een oproep vanuit het voertuig verzonden en wordt de GPS-locatie van uw voertuig naar de hulpdiensten verzonden.

Een handmatige SOS-noodoproep wordt gestart wanneer een passagier op de SOS-noodoproepknop in de dakconsole drukt.

Nee. Bij de SOS-noodoproep wordt een afzonderlijk systeem met een speciale SIM-kaart in het voertuig gebruikt.

De SOS-noodoproepservice is beschikbaar in het land waar u een abonnement hebt op de InControl-services en in landen waar het noodtelefoonnummer 112 wordt ondersteund. In de landen waar 112 wordt ondersteund, wordt er telefonisch contact gemaakt met de hulpdiensten, maar worden er geen locatiegegevens naar de hulpdiensten verstuurd.

Het voertuig probeert meerdere malen een oproep te plaatsen. Als er echter geen mobiel signaal wordt gevonden, kan die oproep niet tot stand worden gebracht, stopt de knop oranje te knipperen en wordt die knop weer rood.

Als u per ongeluk op de SOS-noodoproepknop drukt, wordt er een oproep geplaatst. Zodra de medewerker van de SOS-dienst uw oproep beantwoordt, vertelt u die medewerker dat u per ongeluk op de noodoproepknop hebt gedrukt om onnodige financiële kosten te voorkomen.

Bij pech onderweg moet de klep links op de dakconsole worden geopend. Houd vervolgens twee seconden de knop ingedrukt om een gratis noodoproep naar Land Rover Assistance te plaatsen (de knop knippert dan oranje). De oproep is tot stand gebracht als een medewerker van het Land Rover Assistance-team antwoordt. De locatie van het voertuig wordt automatisch naar het Land Rover Assistance-team verzonden dat eerst zal proberen het probleem telefonisch op te lossen en daarna indien nodig een hulpdienst naar de locatie van het voertuig stuurt. De klep moet na de oproep worden gesloten.

Nee. Bij de Optimised Land Rover Assistance-oproep wordt een afzonderlijk systeem met een speciale SIM-kaart in het voertuig gebruikt.

U kunt de Optimised Land Rover Assistance-service gebruiken in elk land dat onder het beleid van Land Rover Assistance valt. Als u Land Rover Assistance gebruikt in een ander land dat onder het beleid valt, wordt u doorverbonden met de hulpdiensten in uw eigen land die zullen zorgen voor hulp op de locatie waar u bent gestrand.

Als u per ongeluk op de Optimised Land Rover Assistance-knop drukt, wordt er een oproep geplaatst. Zodra de medewerker van de SOS-dienst uw oproep beantwoordt, vertelt u die medewerker dat u per ongeluk op de Optimised Land Rover Assistance-knop hebt gedrukt om onnodige financiële kosten te voorkomen.

De Optimised Land Rover Assistance-functie in uw InControl Protect-services biedt op zich geen hulp bij pech onderweg, maar is een uitbreiding op de diensten die onder uw Land Rover Assistance-abonnement worden verleend. Wanneer uw Land Rover Assistance-abonnement is verlopen, kan er vanuit het voertuig met de knop voor de Optimised Land Rover Assistance-oproep nog steeds verbinding worden gemaakt met het Land Rover Assistance-callcenter, maar moet u voor elke geleverde dienst betalen.

Met Ritten kunt u de gegevens van uw ritten vastleggen, opslaan en exporteren. Een rit wordt in het logboek opgeslagen als er meer dan 1 km is afgelegd en de motor wordt uitgeschakeld. De route kan worden bekeken op een kaart en afstand, brandstofverbruik, duur van de rit en gemiddelde snelheid kunnen worden opgehaald. Ritgegevens kunnen worden weergegeven, verwijderd en bijvoorbeeld voor het indienen van aangiften naar Excel worden geëxporteerd. De rittenfunctionaliteit is beschikbaar in de InControl Remote Smartphone App en op de My Land Rover InControl Website. Bij het maken van uw account wordt u gevraagd uw ritvoorkeuren op te geven. U kunt Ritten helemaal uitschakelen. Let op, als u Ritten inschakelt, kunt u een, meerdere of alle ritten verwijderen via de InControl Remote Smartphone App of de My Land Rover InControl Website.

De rittenfunctionaliteit kan worden in- en uitgeschakeld in de InControl Remote Smartphone App en op de My Land Rover InControl Website.

De status van deze functionaliteit kan worden bekeken en gewijzigd in "Voertuiginstellingen" in de InControl Remote Smartphone App en op de My Land Rover InControl Website. Om Ritten in te schakelen, schakelt u de rittenoptie in. Voor uitschakelen van Ritten schakelt u de rittenoptie uit. U moet daarvoor uw PIN invoeren en de wijziging opslaan.

Voertuigen kunnen alleen actief worden gevolgd wanneer er een SOS-noodoproep of een Optimised Land Rover Assistance-oproep wordt geplaatst of geactiveerd. In dat geval wordt de locatie van het voertuig automatisch naar de hulpdienst of de pechhulp verzonden. Als u bovendien InControl Secure hebt en hebt bevestigd dat uw voertuig is gestolen, wordt de locatie van uw voertuig actief gevolgd.

U kunt de InControl Remote Smartphone App downloaden door te zoeken naar Land Rover InControl Remote op Google Play of in de Apple App store. Er is ook een demomodus beschikbaar, waarmee u de belangrijkste functies van de app kunt bekijken zonder dat u daarvoor een echt voertuig nodig hebt.

De InControl Remote Smartphone App werkt met Android-apparaten met Android v4.1 en hoger (bijvoorbeeld Samsung Galaxy S4 en HTC ONE M8) en Apple-apparaten met iOS-versie 6.0 en hoger (iPhone 4S en hoger).

Als u een abonnement hebt, worden er alleen kosten in rekening gebracht voor het gebruik van data en het telefoneren vanuit de InControl Remote Smartphone App, in overeenstemming met het contract voor uw mobiele telefoon.

Ja. U kan de app naar meerdere smartphones downloaden. De gebruikersnaam en het wachtwoord voor de InControl Remote-account zijn op beide apparaten gelijk.

Met de InControl Remote Smartphone App kunt u belangrijke informatie over het voertuig bekijken, zoals het brandstofpeil en bepaalde waarschuwingen die op het dashboard worden weergegeven, zoals bandenspanning en het peil van alle vloeistoffen. Bij een abonnement op Remote Premium kunt u ook op afstand met uw auto communiceren.